Zilveren dukaten
Jaarlijks slaat de Koninklijke Nederlandse Munt Zilveren Dukaten in opdracht van het ministerie van Financiën. Zilveren Dukaten zijn geen wettig betaalmiddel meer, maar zijn wel opgenomen in de muntwet. Hierin staan zij als verzamelaarsmunt. Naast Zilveren Dukaten slaat de Koninklijke Nederlandse Munt ook Gouden Dukaten.
De eerste serie Zilveren Dukaten, uitgebracht door de Koninklijke Nederlandse Munt, heeft als naam ‘De twaalf provinciën’, waarbij op iedere Zilveren Dukaat een belangrijke ridder uit de desbetreffende provincie is afgebeeld. De tweede serie Zilveren Dukaten ‘Nederlandse kastelen’ toont twaalf Nederlandse kastelen, uit elke provincie één.
In 1659 werd de Zilveren Dukaat samen met de Dukaton ingevoerd als wettig betaalmiddel, wat voortduurde tot 1816. De bevolking noemde de Zilveren Dukaat ook wel ‘rijksdaalder’ en deze had een waarde van 50 stuivers. Vanaf 1840 werd de naam rijksdaalder wederom gebruikt voor de Nederlandse 2 ½ guldenmunt, die ook een waarde had van 50 stuivers. De term ‘rijksdaalder’ is dus door de eeuwen heen altijd gebruikt voor geldstukken met een nominale waarde 50 stuivers.
De voorzijde van de Zilveren Dukaat toont altijd een ridder in harnas en de Latijnse tekst ‘MO.NO.ARG.REG.BELGII’: nieuwe Zilveren munt van het Koninkrijk der Nederlanden. Het opschrift op de keerzijde is het Latijnse 'Concordia res Parvae Crescunt'. Dit was tussen 1588 en 1795 de wapenspreuk van Nederland en kan vrij vertaald worden als het rijmende Eendracht maakt macht. Op de keerzijde staat ook het Rijkswapen met de Koninklijke Kroon tussen de cijfers van het jaartal van uitgifte.
Alle beschikbare dukaten kunt u hier vinden.
Hoe werd de Zilveren Dukaat gebruikt ten tijde van invoering?
Zilveren Dukaten waren ten tijde van invoering generaliteitsmunten. De generaliteitsmunten waren over het algemeen voor het grote betalingsverkeer bestemd. Het gaat dus meestal om gouden en grote zilveren muntstukken. Generaliteitsmunten werden tijdens de Republiek geslagen op grond van wetgeving van de Staten-Generaal, in tegenstelling tot munten waaraan gewestelijke of stedelijke reglementen ten grondslag lagen.
Wat is een generaliteitsmunt?
Generaliteitsmunten hebben bepaalde kenmerken. Ze omvatten de Latijnse spreuk "Concordia res Parvae Crescunt" en de provincie van vervaardiging wordt aangeduid door de provincienaam, in afkorting, aan het eind van het omschrift; gewoonlijk bovendien door een klein provinciewapen en/of munt- en muntmeestertekens. De generaliteitsmunten zijn in beginsel door de zeven gewesten plus het landschap West-Friesland geslagen. Zilveren Dukaten voldoen, zoals hierboven omschreven, aan deze voorwaarden.
Is de Zilveren Dukaat altijd wettig betaalmiddel geweest?
Tot 1816 was de Zilveren Dukaat een ‘normaal’ betaalmiddel. Vanaf 1816 tot 1847 werd de Zilveren Dukaat in de Muntwet opgenomen als negotiepenning. Deze muntsoort was speciaal bedoeld door de internationale handel. Aangezien deze muntsoorten uitsluitend tegen de intrinsieke waarde (metaalwaarde) werden verhandeld, hadden ze meestal geen nominale waarde. De Zilveren Dukaat verdween uit de Muntwet in 1847 omdat de aanmaak alleen in 1815 en 1816 had plaats gevonden. Toch werd de Zilveren Dukaat niet vergeten.
Wanneer is de Zilveren Dukaat weer in de Muntwet opgenomen?
In 1987 werd de Zilveren Dukaat als verzamelaarsmunt weer in de Muntwet opgenomen. Een verzamelaarsmunt is een munt zonder de hoedanigheid van wettig betaalmiddel. Hoewel men er niet mee kan betalen is de Zilveren Dukaat onder verzamelaars zeker gewild. De Koninklijke Nederlandse Munt slaat daarom jaarlijks Zilveren Dukaten in opdracht van het ministerie van Financiën.