De euro
In 1992 werd met het Verdrag van Maastricht door 12 EU-landen besloten tot de invoering van een gezamenlijke munteenheid: de euro. Inmiddels heeft een aantal nieuwe landen zich bij de Euro-zone aangesloten. Ook mogen mini-staatjes als San Marino in beperkte mate euromunten uitgeven.
Hoewel de euro op 1 januari 2002 als wettelijk betaalmiddel is ingevoerd, werd al in 1999 begonnen met de productie van euromunten. Omdat de munten zijn voorzien van het jaartal waarin ze zijn geproduceerd, begint de uitgifte van euro met het jaartal 1999.
Er zijn acht euromunten: 1, 2, 5, 10, 20, 50 eurocent en 1 en 2 euro. Iedere munt heeft een gemeenschappelijke en een nationale zijde. De gemeenschappelijke zijdes zijn voor alle eurolanden hetzelfde en tonen de waarde van de euromunt. Deze zijn ontworpen door de Belg Luc Luycx. De nationale zijde verschilt per land. Naast de euromunten zijn er zeven euro bankbiljetten.
Herdenkingsmunten
Deze munten hebben een nationaal thema en zijn alleen wettig betaalmiddel in het land van uitgifte. Ze zijn gemakkelijk te herkennen omdat ze een andere waarde hebben, zoals 5 of 10 euro.
Bijzondere 2 euromunten
Vanaf 2004 mogen de eurolanden 2 euro herdenkingsmunten uitgeven. De eerste uitgifte was een Griekse 2 euro ter gelegenheid van de Olympische Spelen in Athene. Met ingang van 2012 mogen de eurolanden per jaar zelfs twee speciale 2 euro's slaan.
Bekijk hier de collectie 2 euromunten.
Gezamelijke bijzondere 2 euromunten
De eurolanden kunnen ook besluiten tot gezamelijke 2 euro uitgifte. Alle landen gebruiken dan hetzelfde ontwerp. Tot nu toe zijn uitgegeven: 50 Jaar Verdrag van Rome (2007), 10 Jaar Economische en Monetaire Unie (2009), 10 Jaar Euro (2012) en Erasmus (2022).
De Eurolanden
De volgende landen maken deel uit van de Eurozone:
België, Cyprus, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Slovenië, Slowakije, Spanje.
Andorra, Monaco, San Marino en het Vaticaan zijn geen EU-lid, maar hebben wel eigen euromunten. Montenegro en Kosovo zijn ook geen EU-land, maar gingen in 2002 wel over tot de euro omdat ze hiervoor de Duitse mark als (vervangend) betaalmiddel gebruikten.
Specificaties van de euromunten
2 euro
Metaal: Kern: nikkel/messing, rand: koper/nikkel*
Gewicht: 8,50 gram
Diameter: 25,75 mm
Rand: fijne karteling
1 euro
Metaal: Kern: koper/nikkel, rand: nikkel/messing*
Gewicht: 7,50 gram
Diameter: 23,25 mm
Rand: Fijne karteling, drie keer onderbroken
0,50 euro
Metaal: Nordic Gold*
Gewicht: 7,80 gram
Diameter: 24,25 mm
Rand: Grove karteling
0,20 Euro
Metaal: Nordic Gold*
Gewicht: 5,74 gram
Diameter: 22,25 mm
Rand: Glad met zeven inkepingen (z.g. 'Spaanse bloem')
0,10 euro
Metaal: Nordic Gold*
Gewicht: 4,10 gram
Diameter: 19,75 mm
Rand: Grove karteling
0,05 euro
Metaal: Verkoperd staal
Gewicht: 3,92 gram
Diameter: 21,25 mm
Rand: Glad
0,02 euro
Metaal: Verkoperd staal
Gewicht: 3,06 gram
Diameter: 18,75 mm
Rand: Glad
0,01 euro
Metaal: Verkoperd staal
Gewicht: 2,30 gram
Diameter: 16,25 mm
Rand: Glad
* Gebruikte legeringen in euromunten:
Koper/nikkel: 75% koper, 25% nikkel
Nikkel/messing: 75% koper,20% zink 5% nikkel
Nordic Gold: 89% koper, 5% aluminium, 5% zink, 1% tin